Vlammetje

Vlammetje

Voor Uitgeverij PICA schrijf ik een aantal keer per jaar een column over waar ik mij druk over maak in ons onderwijs. Dit keer leg ik het verband tussen een vlammetje, Hans, huiswerkinstituten en Zuid – Korea. Nieuwsgierig? Lees hieronder verder!

 

Vlammetje

Ik was zestien en dreigde voor de tweede keer in 3-havo te blijven zitten. Ik maakte geen huiswerk, kwam vaak te laat en lette niet op in de les. Ik was het plezier in leren verloren. Mijn vader belde met Hans. Een gepensioneerde leraar bij ons in het dorp. Een week later zat ik in zijn woonkamer.

Hans schonk thee in. Hij vroeg welk vak ik leuk vond of had gevonden.
‘Ehm. Biologie’.
‘Hoe leer je? En wanneer zat je met een glimlach boven je boeken?’
Hij bleef maar vragen stellen en vertelde dat hij op zoek was naar het vlammetje.
‘Ik wil dat je leren weer leuk gaat vinden. Die goede cijfers komen wel’, stelde hij mij gerust.

Na vier bezoeken had ik het plezier terug. Hans koppelde de lesstof van biologie aan mijn grootste passie: voetballen. ‘Wat gebeurt er allemaal in je lichaam, zodat jij kunt voetballen?’ vroeg hij. ‘Waar bestaan je spieren uit, hoe zijn ze opgebouwd en hoe werken cellen in je lichaam samen om een hoekschop te nemen?’ Hans had het vlammetje in mij aangestoken.

Ik kreeg zijn telefoonnummer voor als ik het vlammetje weer zocht. Ik heb hem nooit hoeven bellen, heb mijn diploma gehaald en kijk met plezier terug op de laatste twee jaar van mijn havo-opleiding.

Ik kom niet meer zo vaak bijlesleraren als Hans tegen. Wat ik wel merk, is dat de laatste jaren het aantal huiswerkinstituten is geëxplodeerd. In 2015 hebben ouders 186 miljoen euro uitgegeven aan huiswerkbegeleiding voor hun kinderen (bron: www.groene.nl/artikel/het-nieuwe-plagiaat). Hoeveel zal dit in 2019 zijn?

Zouden al deze huiswerkinstituten ook op zoek zijn naar het vlammetje bij leerlingen? Of zijn het repetitiehokken waar leerlingen zo efficiënt mogelijk richting een zo hoog mogelijk diploma worden gestuwd?

Tegenover mijn kantoor, in een oude ambachtsschool, zit een huiswerkinstituut. Zij hebben twee voormalige leslokalen omgetoverd tot zo’n repetitiehok. Tafels, stoelen en kartonnen afscheidingen ertussen. Een soort call center uit de jaren zestig. Elke dag gaan er zo’n veertig jongeren aan de slag met hun huiswerk. Ik ben er een paar keer binnen geweest. Wat mij opvalt? Dat ik begeleiders bijna geen vragen hoor stellen, jongeren amper praten en dat niemand, maar dan ook niemand met een glimlach naar buiten komt. Ik hoor leerlingen op de gang wel praten over ‘achterstanden inhalen’ en ‘formules uit mijn hoofd leren’.
Willen we dit?

Louise Elffers heeft onze generatie jongeren al een naam gegeven; de bijlesgeneratie. In haar boek met deze titel legt zij uit hoe ons huidige onderwijs tot gevolg heeft dat de schoolloopbaan van onze kinderen een competitie is geworden, waarbij bijles het nieuwste wapen is in de strijd om een zo hoog mogelijke plaats op de ranglijst van diploma’s.

Vorige maand heeft het CPB geadviseerd om de eindtoets weer leidend te laten zijn voor het schooladvies dat groep 8-leerlingen krijgen. Als dat advies opgevolgd wordt, weet ik al wat er gaat gebeuren. Er komen binnen no time huiswerkinstituten met nieuwe Cito-trainingen. Ouders zullen er gretig gebruik van maken en de repetitiehokken stromen vol. Niet voor het vlammetje, maar voor een score van 550.

Op dit moment laten we ons gek maken door de ratrace van huiswerkinstituten, Cito-trainingen en bijlessen. Zo vertelde een kennis van mij dat zijn dochter extra rekenles krijgt van een leraar van haar school. Hier krijgt hij wel elke maand een factuurtje voor. Maar dat is geen probleem, want ‘Je wilt toch het maximale uit je kind halen?’ waren zijn letterlijke woorden.

Ben ik te cynisch? Ik weet het niet. Maar zijn we over twintig jaar trots als we Zuid-Koreaanse toestanden hebben in Nederland? Jongeren leren daar elke dag tot diep in de nacht, gaan in de weekenden naar bijles en ouders geven daar meer geld uit aan onderwijs dan de overheid doet. Alles om maar op die ene universiteit te komen. De keerzijde? Het zelfmoordpercentage onder jongeren is er schrikbarend hoog.

Zouden we ook trots kunnen zijn als we over twintig jaar merken dat veel jongeren hun vlammetje hebben gevonden? Wat dat betekent? Dat jongeren met een glimlach boven hun boeken zitten. Dat ze zich durven verwonderen en vooral veel vragen stellen aan leraren en aan elkaar. En misschien wel het belangrijkste; dat we ze hebben opgeleid tot zelfdenkende burgers die ons uitlachen om de ratrace die wij nu in het onderwijs in stand houden. Of zoals Plato al zei: dat onderwijs goede mensen voortbrengt.

Ik denk dat Hans dan heel trots zou zijn.

 

Gerelateerde berichten

×