De Verhalenpoli -online- Judith Maas

Judith Maas is loopbaancoach. Ze helpt baanveranderaars en werkzoekenden stap voor stap naar een nieuwe baan. Dit door o.a. samen te zorgen dat iemands cv boven aan de stapel komt, te oriënteren op de juiste vervolgstappen en talenten te ontdekken. Dit doet ze vanuit haar eigen bedrijf www.inmovimento.nl

Daarnaast zet Judith het onderwerp ‘kanker op het werk’ op de kaart. Na haar eigen proces met kanker is zij zich gaan inzetten als expert bij kanker op het werk. Dit doet zij door haar eigen ervaringen in te zetten in blogs, workshops, coaching en een eigen podcastreeks. Alles met het doel om kanker op de werkvloer een gespreksonderwerp te laten zijn.

In De Verhalenpoli – online – neemt Judith jullie maandelijks mee in haar werk als expert op het gebied van ‘kanker op het werk’. Haar blog is persoonlijk, openhartig en zorgt voor een lach en een traan.  Wil je reageren op haar blog of heb je zelf een verhaal dat je wilt delen n.a.v. van haar verhaal? Mail naar info@heldenbureau.nl.

In haar vorige blog beschreef Judith hoe zij er voor koos om eens langs te gaan op haar werk, nadat zij een tijd er niet was geweest i.v.m. haar ziekte. Deze aflevering lees je hoe het bezoek verliep……

Ik voel mij verloren

De spanning zit in mijn lijf. Mijn hart klopt in mijn keel. Ik ben net ons kantoorpand binnengelopen en sta voor de deur van mijn afdeling. Ik adem een keer diep in en zie hoe mijn trillende hand de deurklink vastpakt. Ik duw de klink naar beneden, open de deur en daar ga ik…

Ik stap de grote kantoortuin in en kijk om mij heen. Pratende en rondlopende mensen, gelach, rammelende toetsenborden en een heel concert aan mobiele telefoons die afgaan. Al die prikkels ben ik niet meer gewend.

Er lopen wat collega’s voorbij die mij groeten. Er wordt gezwaaid en ik zet mezelf langzaam in beweging om naar het gedeelte op de afdeling te lopen waar normaal gesproken mijn team zit. Wat is dit spannend zeg! Mijn hart gaat nog steeds enorm te keer. Onderweg springen er een aantal collega’s op en de ‘Hoe is het met je?’, ‘Goed je te zien’ en ‘Je ziet er goed uit’ vliegen mij om de oren. Wie ga ik nu als eerste antwoord geven?

In mijn ooghoeken zie ik een aantal mensen mijn kant uitkijken. Ze draaien nerveus op hun stoel heen en weer. Als het groepje om mij heen kleiner wordt, staat één van hen op en loopt naar me toe. “Ik wilde niet gelijk op je afstappen” zegt ze. Voordat ze verder kan praten, hoor ik rechts van me “Hey Judith”. Ik zie iemand naar mij zwaaien. Ik zwaai terug en voordat ik mijn hand heb laten zakken, loopt mijn leidinggevende voorbij. Met een “Goed je te zien” en “Ik heb een afspraak, maar we spreken snel wat af”, loopt hij met zijn laptop onder de arm richting een vergaderzaal.

De mensen die bij mij stonden, zijn inmiddels weer achter hun laptop gekropen en daar sta ik. Midden op die grote afdeling. Voor ik het weet, kijkt niemand meer op of om. Misschien toch niet zo handig om spontaan een kopje koffie te drinken op het werk. Niet voor mij en niet voor mijn collega’s.

Ik zie een collega uit mijn team en loop naar haar toe. Ze vraagt hoe het gaat en we kletsen even kort. Ondertussen pakt ze haar laptop en zegt: “Ik vind het vervelend, maar ik heb nu een overleg. Ik bel je snel”.

Weer sta ik daar. Alleen. Midden in die grote kantoortuin. Met al die pratende mensen, rammelende toetsenborden en schelle ringtones. Ik wil maar één ding. Weg.

Zonder om mij heen te kijken of naar iemand te zwaaien, loop ik de afdeling af. Alle energie heeft mijn lichaam verlaten. Het duurt nog zeker een half uur, voordat ik thuis ben en op de bank kan ploffen. Ik moet eerst met de bus naar het station en dan nog tien minuten naar huis lopen. Ik heb alleen geen idee hoe. Ik adem een keer diep in en weer uit. Op wilskracht dan maar…

Ik wandel naar de bushalte en zie, in de verte, de bus aankomen. Als hij voor mij stopt, stap ik in. Even schiet door mijn hoofd dat ik zou willen dat de buschauffeur mij voor mijn huis afzet. Alleen ligt dat helaas niet op de route. In de tien minuten durende busrit praat ik mezelf moed in. Dat het mij lukt om naar huis te lopen. Zo ver is het nou ook weer niet. Je kan dit! Als ik eindelijk de sleutel in de voordeur steek, komt de fijne stilte mij tegemoet.

Gerelateerde berichten

×