Productiehuis voor jouw verhalen in de zorg en het onderwijs!

Podcasts - Workshops - Verhalen - Boeken - Educatieve content

De Verhalenpoli – online – ‘Het lukt allemaal best’

Patricia van Santen de Hoog is afgestudeerd kinderpsycholoog en werkzaam als projectcoördinator voor Kids College Apeldoorn. Zij omschrijft zichzelf als “regelneef” waarbij het er vaak om gaat om mooie leerervaringen voor kinderen te organiseren. In haar vorige woonplaats heeft zij een cultureel centrum opgezet met als doel kinderen en tieners meer in aanraking te laten komen met kunst en expressie. Zelf is Patricia ook altijd bezig geweest met pianospelen en zingen, plus het schrijven van verhalen.

Kort geleden is een website live gegaan (www.suzannefazant.nl) waarop Patricia blogs plaatst met het doel bij te dragen aan de feministische bewustwording van mannen en vrouwen. Zij vindt dat onbewuste processen in de samenleving beter belicht moeten worden, opdat we de achtergronden van ons gedrag en onze twijfels beter kunnen begrijpen.

Nu er recent een dubbele kanker is gediagnosticeerd bij Patricia, besloot zij dat het tijd was om ook hierover te schrijven; zij zoekt handvatten om te leven om de kanker heen en hoopt anderen te inspireren om met andere ogen te kijken naar de vanzelfsprekendheid van alles. Uiteindelijk wil Patricia, nadat zij de Triple Negatief BorstKanker heeft overwonnen en de Ziekte van Kahler onder controle is, trouwen met haar Grote Liefde en Promoveren in Levenskunst. Patricia is moeder van vier kinderen (21, 19, 11 en 9 jaar). Lees hier haar zevende blog!

Aflevering 7: Het lukt allemaal best (…)

“Het gaat prima. Alles onder controle”. Ik kijk de voorzitter van het bestuur recht aan zonder te knipperen. Juist bij mijn werkgever wil ik sterker overkomen dan ik me voel.

“De chemo’s vallen mee. Ik ben er natuurlijk wel even ziek van, maar na twee dagen ben ik er weer bovenop. En er is gelukkig veel leven om de chemo’s heen”.

Ik pak mijn vergaderstukken uit de tas ten teken dat we, wat mij betreft, wel weer over het werk kunnen praten. Hij zegt niets en blijft mij aankijken. Misschien zoekend naar een vraag, maar gelijktijdig bewust van het feit dat ik de boot afhoud.

Het lukt ook allemaal best, omdat ik wil dat het zo is. Ik moet door, focussen op de goede dingen en niet blijven hangen in de kleine ongemakken die nu eenmaal horen bij een kankertraject.

“En er is perspectief, ik ga dit gewoon overwinnen”.

Ik hoor mezelf praten, de repeterende plaat die telkens wordt opgezet als mensen vragen hoe het gaat. Mensen vinden mij dan vervolgens ‘inspirerend’ en ‘sterk’ en bewonderen hoe ik erin sta. Met deze houding schep ik afstand, want ik geef mensen het gevoel dat ik het prima red en niets nodig heb. Met een lach en een knik kan iedereen weer verder met zijn eigen leven. Mensen die blijven zeuren over hun ziekte worden vervelend gevonden. Het is makkelijker om een compliment te geven over hoe sterk de ander is, dan compassie te tonen. Misschien geldt dat andersom ook wel voor mij. Het is makkelijker om een compliment te ontvangen dan hulp te vragen.

Ik ben het ook niet gewend. Bij mijn laatste twee chemo’s heb ik dan wel vervoer geregeld, heen-en-terug naar het ziekenhuis, ter vervanging van mijn lief die vanwege zijn werk mij niet kon rijden. Enerzijds is het fijn om te voelen dat mensen direct voor je klaar staan, anderzijds is het vreselijk om afhankelijk te zijn. Ik moet het leren, ook om me niet te verslikken in de dankbaarheid die ik vervolgens een vorm moet geven.

Maar op mijn werk is het anders. Hier wil ik niet kwetsbaar zijn. Ik heb getwijfeld of ik wel de volledige diagnose moest geven; wettelijk ben ik daar niet toe verplicht. Het lijkt zo uitzichtloos. En. Voor de kleine organisatie waar ik voor werk, kan ik ook niet maandenlang weg zijn. Hoewel ik natuurlijk ontslagbescherming geniet, lijkt het Kahler-traject net een brug te ver. Ook voor mij…. Het beeld van vier weken intern te moeten voor een stamceltransplantatie stop ik nog maar even diep weg.

“Als ik me anders ga voelen, of het gaat echt niet meer, zal ik het tijdig aangeven”, besluit ik. Mijn werkgever moet weten dat ik wel mijn verantwoordelijkheid neem. Wat kan ik anders.

 

Gerelateerde berichten

×